Op 19 maart brachten we een onaangekondigd bezoek aan de veemarkt in Leeuwarden. De marktleiding maakte direct tijd om ons rond te leiden.
De markt maakte een verzorgde indruk: alle runderen werden in groepen gehuisvest (met uitzondering van de stieren), er was volop schoon stro aanwezig, de lucht was fris en in ieder hok was water beschikbaar. In vergelijking met enkele jaren geleden was ook de conditie van de koeien zichtbaar beter. We zagen geen ernstig magere of kreupele dieren op de markt.
Wel waren er een aantal koeien die ons inziens niet op een markt thuishoren. Ze hadden zichtbaar pijn als gevolg van ontstekingen in de klauw of gewrichten. Ze wiebelden bijvoorbeeld op hun poten (om pijnlijke ledematen te ontlasten) of hielden één poot regelmatig omhoog. Via het I&R-systeem konden we zien dat een deel van deze dieren naar een slachterij ver in het zuiden van Nederland is gegaan. Eén van deze transporten werd door ons gevolgd. De truck vertrok om 00:48 vanaf de veemarkt en de dieren werden pas om 05:35 bij de slachterij gelost. We mochten het lossen observeren, wat rustig verliep. Alle koeien liepen zelfstandig van de truck af, al deden sommige dat heel voorzichtig.
Dieren met zichtbare pijn horen wat ons betreft niet op een veemarkt. Voor deze dieren is een urenlang verblijf op de markt, gevolgd door een lange rit in een rijdende truck, te belastend en risicovol. Ons inziens zouden zij direct op het melkveebedrijf moeten worden gedood of rechtstreeks naar een lokale slachterij moeten worden gebracht – zonder tussenstop op de markt.
Een ander belangrijk aandachtspunt is het gebrek aan voer op de markt. Tussen het laatste voermoment op het melkveebedrijf en het moment van slacht kan makkelijk 24 uur of meer zitten. Voor melkkoeien, die hoogproductief zijn en dus een hoge energiebehoefte hebben, is dat te lang. Tijdens ons bezoek was ook veel geloei te horen – mogelijk een teken van honger. We hebben voorgesteld om in elk hok hooi beschikbaar te stellen. Een eenvoudige aanpassing, die het welzijn van veel dieren direct ten goede kan komen.
Ondanks deze zorgen willen we benadrukken dat de veemarkt al verschillende belangrijke stappen heeft gezet om het dierenwelzijn te verbeteren – zoals groepshuisvesting, het gebruik van veel stro, het weren van ernstig magere of kreupele dieren, en goede los- en laadvoorzieningen. Dat waarderen we zeer. We hebben er dan ook vertrouwen in dat de marktleiding ook werk zal maken van onze nieuwe adviezen. Ze zullen worden besproken in de volgende ledenvergadering.
Tot slot willen we ook de managers van de slachterij bedanken voor de hartelijke ontvangst, de mogelijkheid om het lossen te observeren, en het open gesprek over dierenwelzijn tijdens transport.

