Vandaag observeerden we het laden van biggen bij verzamelplaats Van Rooi in Lieshout. Het ging om restbiggen die waren geselecteerd voor slacht in Kroatië, vanwege kleine mankementen zoals een aangebeten oor of een navelbreuk. Ons doel: inzicht krijgen in het beoordelingsproces van ‘geschiktheid voor vervoer’ en nagaan waar de stress bij het laden verminderd kan worden.
Drijven en laden – de basis is goed, maar het kan rustiger
De looproutes waren goed ingericht: geen scherpe bochten of dode hoeken, en overal gesloten, hoge wanden zodat de biggen niet schrikken. Van hok tot truck was zaagsel gestrooid – een slimme manier om scherpe contrasten op de vloer te dempen, waar biggen door hun beperkte zicht erg gevoelig voor zijn. Ook positief: de dieren werden nauwelijks aangeraakt.
Toch zagen we punten die beter kunnen. Zo werd er al een nieuw koppel biggen opgedreven terwijl het vorige koppel nog werd geladen. Daardoor keken de aankomende biggen uit op een drukke losbrug, vol bewegende mensen en lawaaiige drijfmiddelen. Het gevolg: de biggen stopten of wilden terug, en er moest veel lawaai worden gemaakt om ze vooruit te krijgen.
We hebben voorgesteld om het volgende samen te testen:
- Het drijven pas te starten zodra de losbrug leeg is
- Te drijven zonder rammelaars of andere luidruchtige hulpmiddelen
Onze verwachting is dat deze aanpassingen zorgen voor een betere doorloop en minder stress – ook voor de medewerkers. Daarnaast adviseerden we een overkapping te plaatsen, zodat de truck altijd in de schaduw geladen kan worden.
Verder adviseerden we om een schuilwand te plaatsen voor de keuringsarts van de NVWA. Vanachter deze wand kan de arts de dieren goed beoordelen, zonder dat de dieren hem of haar zien. Bij verschillende slachterijen wordt hier al succesvol mee gewerkt. Tot slot constateerden we dat de verdeling van de biggen over de compartimenten niet optimaal was: twee compartimenten waren erg vol, terwijl andere juist voldoende ruimte boden. Hierop zou volgens ons scherper moeten worden gelet.
Lange transporten van jonge, kwetsbare dieren
De NVWA gebruikt sinds enige tijd de EURCAW-richtlijnen om te beoordelen of dieren ‘geschikt zijn voor vervoer’. Wij zijn blij met deze richtlijnen; ze zorgen voor meer duidelijkheid over wat wel en niet is toegestaan. Tegelijkertijd vinden wij dat kwetsbare dieren – zoals jonge restbiggen met een fysiek ongemak – idealiter lokaal geslacht zouden moeten worden, en niet op lange transporten terecht zouden moeten komen.
Daarnaast maken we ons zorgen dat de aanhoudende afname van kleine slachterijen – mede door de hogere keuringskosten van de NVWA – ertoe zal leiden dat het aantal biggen dat voor slacht naar het buitenland wordt vervoerd, alleen maar verder toeneemt.
Samen zoeken naar haalbare verbeteringen
Hoewel we het niet altijd eens zijn met de sector, geloven we dat we – door kennis en ervaringen te bundelen – samen grote stappen kunnen zetten in het verbeteren van dierenwelzijn. We kijken ernaar uit samen te testen welke aanpassingen écht verschil maken in het verminderen van stress bij het laden.
We danken Van Rooi en alle aanwezige medewerkers voor hun open houding en de bereidheid om met ons te brainstormen over dierenwelzijn bij het laden.



