Eyes on Animals ziet een zorgwekkende ontwikkeling: de transportafstanden van hoog-risico-dieren, zoals melkkoeien en zeugen, nemen toe doordat steeds meer kleine slachthuizen verdwijnen. In regio’s zoals Friesland zijn veel lokale slachthuizen gesloten. Hierdoor worden dieren uit het noorden vaak helemaal vervoerd naar slachthuizen in het oosten of zuiden van Nederland, en soms zelfs tot diep in België en Duitsland. Ook in andere provincies staan kleine slachterijen onder druk.
Melkkoeien en zeugen – vaak al verzwakt door gezondheidsproblemen zoals kreupelheid en vermagering – worden meestal in de ochtend opgehaald van meerdere bedrijven, totdat de truck vol zit. Vervolgens gaan ze naar een verzamelcentrum of veemarkt, waar ze vaak vele uren moeten verblijven, meestal zonder voer. Pas daarna zetten ze hun reis naar het slachthuis voort. Het hele traject, van vertrek vanaf het bedrijf tot aan de slacht, kan gemakkelijk meer dan 24 uur duren, met stress en vaak ook honger en uitputting tot gevolg. Bij export, naar landen als Duitsland en België, kan dit zelfs oplopen tot enkele dagen.
Alleen al in het afgelopen jaar zijn ongeveer zes slachthuizen in Noord-Nederland gesloten. Een belangrijke oorzaak is de stijging van inspectiekosten door de NVWA, als gevolg van nieuwe wetgeving voor de zogenoemde ‘hoog-risico-dieren’. Eyes on Animals staat volledig achter strenge controles van deze dieren, maar ziet ook een onbedoeld neveneffect: kleine slachthuizen kunnen de toenemende kosten vaak niet dragen en moeten hun deuren sluiten. Het gevolg: er worden meer dieren over lange afstanden vervoerd naar grotere slachthuizen die de kosten wél kunnen opvangen – of, erger nog, naar buitenlandse slachthuizen waar het toezicht vaak minder streng is.
Bij onze meest recente inspecties op een grote veemarkt in Noord-Nederland, waarbij we de oormerken noteerden van meerdere zwakke dieren, zagen we dat al deze dieren werden vervoerd naar slachthuizen in het zuiden of oosten van het land – of naar België. Geen van hen ging naar de kleinere, lokale slachthuizen die voorheen nog in de regio actief waren.
Eyes on Animals betreurt de verdwijning van kleinschalige slachthuizen. Uiteraard moeten ook zij goed worden gecontroleerd, zeker gezien eerdere welzijnsschendingen bij slachterijen in Friesland. Maar kleinere slachthuizen hebben wél de potentie om een rustigere omgeving te bieden: de werkdruk is er vaak lager en de communicatielijnen zijn korter. Zulke omstandigheden zijn essentieel voor stressarm werken en een goede verdoving van de dieren. Bovendien zijn de wachttijden meestal korter, waardoor dieren sneller kunnen worden uitgeladen en op warme zomerdagen niet onnodig lang in stilstaande trucks hoeven te wachten. In onze ogen vormen industriële slachthuizen – waar zowel personeel als dieren voortdurend onder hoge druk staan – een van de grootste risico’s voor het dierenwelzijn.
De huidige trend, waarbij kleine slachthuizen verdwijnen en kwetsbare dieren naar grootschalige slachthuizen aan de andere kant van het land of zelfs over de grens worden vervoerd, is een stap in de verkeerde richting.
Eyes on Animals vindt dat inspectiekosten proportioneel moeten worden vastgesteld, afgestemd op de omvang en omzet van het slachthuis. Gebeurt dat niet, dan zullen kleinere slachthuizen – ondanks hun potentieel om betere omstandigheden te bieden – blijven verdwijnen, met alle nadelige gevolgen voor het dierenwelzijn van dien.
