Vandaag zijn we teruggegaan naar het Europese varkensslachthuis dat ons eerder om hulp had gevraagd. Nu konden we verder gaan met het uitproberen van verschillende methodes om zo een deel van de stress te verminderen die de dieren op hun bedrijf ervaren.
We waren blij te zien dat ze druk bezig waren geweest met de voorgestelde aanpassingen en al veel verbeteringen hadden aangebracht aan de gang en de tunnel. De ramen die zorgden voor reflecties op de wanden van de tunnel waren nu geblindeerd, de ingang van de tunnel was duidelijker gemaakt, het zicht op de werknemers werd geblokkeerd door een nieuwe tijdelijke houten muur, enz…
Vandaag hebben we deze aanpassingen in de praktijk uitgeprobeerd om te zien of ze verbetering brachten. De varkens in de stal werden door de vaste medewerkers naar de gang gedreven.
Ons team, deze keer inclusief Roy (een dierenwelzijnsdeskundige en Nederlandse slager die elk jaar in Ghana vrijwilligerswerk doet voor Eyes on Animals), dreef ze vervolgens door de tunnel naar de verdover.
Ook nu haalden we hun reguliere slachtcapaciteit van 650 varkens per uur niet. Op bepaalde punten in het traject zijn de varkens bang om snel door te lopen en moet je ze eigenlijk de tijd geven. Dit zijn nu precies de plekken waar de medewerkers de varkens normaal gesproken met een elektrische prikker zouden forceren toch door te lopen om de doorstroom hoog te houden.
Als ze volledig willen stoppen met het gebruik van deze elektrische prikstokken, waar wij natuurlijk groot voorstander van zijn, moet de slachtsnelheid worden verlaagd. Of de capaciteit van de verdover moet verdubbeld worden in combinatie met verbeteringen aan het ontwerp van de gang en de tunnel. Door deze veranderingen is het mogelijk de varkens op een meer humane en langzamere manier te verplaatsen en toch de gewenste slachtcapaciteit te behouden.
Zolang varkens geslacht blijven worden, zien we dat dit soort werk nodig is om in ieder geval een deel van de stress en het lijden te verminderen.
Wanneer niemand anders dit doet, zullen we ons hiervoor blijven inzetten om zo, op zijn minst, de wereld minder wreed te maken voor landbouwdieren.