Afgelopen maart hebben drie internationale inspectieteams (L214, Ethical Farming Ireland en Eyes on Animals) vier kalverentransporten gevolgd van Ierse markten tot aan Nederlandse mesterijen. Het betrof trucks van de Ierse bedrijven ‘Hallissey’ en ‘Hinde’ en het Nederlandse bedrijf ‘Gebroeders Poll’. De inspecties onthullen een stressvolle reis van maar liefst 3-4 dagen lang, waarbij kalfjes van 2-4 weken oud worden verkocht op luidruchtige Ierse veilingen, gesorteerd op exportverzamelplaatsen en worden mishandeld op zogenaamde “rustplaatsen”. De eindbestemming is niet veel beter: kale, kleine en troosteloze hokken in Garderen, Nijkerk en Oudehorne. Hier spenderen de kalfjes de rest van hun korte leven. De meeste kalverenbedrijven staan onder contract bij VanDrie Groep, wereldwijd markleider op gebied van kalfsvlees.
Kalfjes krijgen te lang geen melk en autoriteiten grijpen niet in
Ongespeende kalveren werden gedurende 30 uur en langer aan boord van vrachtwagens gehouden, waarbij ze niet werden gevoed. De werkelijke periode zonder voedsel is zelfs nog langer omdat kalfjes kort voor- en na transport niet direct melk krijgen.
De Transportverordening stelt dat ongespeende dieren, zoals kalfjes van 2-4 weken oud, na maximaal 19 uur melk dienen te krijgen. Dat dit ook voor transporten via roroschepen (roll-on-roll-off) geldt, werd al in 2020 door de Europese Commissie bevestigd. Desalniettemin blijven Ierse autoriteiten deze transporten goedkeuren en gaat de industrie onverminderd door met de handel in Ierse kalfjes, terwijl voedingsintervallen structureel overtreden worden. Ongespeende kalfjes zijn, net als andere baby’s, voor hun ontwikkeling en weerstand volledig afhankelijk van melk en hebben een sterke zuigbehoefte. Doordat hun immuunsysteem nog niet voldoende ontwikkeld is, zijn ze zeer vatbaar zijn voor ziektes. Dat kalfjes zo lang geen melk krijgen, is niet alleen in strijd met de wet maar ook ethisch gezien, onacceptabel. Gebroeders Poll was niet het enige Nederlandse transportbedrijf betrokken bij de import van Ierse kalveren. Ook trucks van het Nederlandse bedrijf Drost vervoerden kalfjes vanuit Ierland naar Spanje. Bij één transport overleden twee kalfjes nog voor aankomst op het mestbedrijf.
Kalfjes mishandeld op “rustplaats”
Ieder jaar worden er honderdduizenden kalfjes vanuit Ierland naar Nederlandse mesterijen geëxporteerd. Deze transporten verlopen via twee rustplaatsen in de buurt van de Franse havenstad Cherbourg: Pignet in Couville en Qualivia in Tollevast. Hier worden de kalfjes gelost, gevoed en dienen ze rust te krijgen voor minimaal 12 uur (Transportverordening 1/2005). Beeldmateriaal, gemaakt in maart 2023, onthult dat kalfjes op de rustplaats Pignet afschuwelijk worden behandeld. Ze worden routinematig, met peddels en stokken, geslagen. Ook op hun kopjes. Voor extra impact worden de peddels en stokken vaak hoog boven de schouders getild of met de scherpe/stompe kant gebruikt. De kalfjes worden daarnaast geschopt, omvergegooid en aan de poten, oren en staarten voortgesleept. Het is niet de eerste keer dat we geweld constateerden op de rustplaats in Couville. In 2020 constateerde we soortgelijke taferelen. Het is zeer teleurstellend dat de situatie niet is veranderd en mogelijk zelfs is verergerd. Het is noodzaak dat autoriteiten niet meer toestaan dat er zoveel kalveren tegelijk arriveren en er meer toezicht komt.
Troosteloos bestaan op kalvermesterij
Na een stressvolle reis van meerdere dagen, eindigen de kalfjes uiteindelijk op Nederlandse mesterijen waar ze de eerste weken individueel worden gehuisvest in krappe en kale hokken. De mogelijkheid tot sociaal contact is zeer beperkt. Hierna worden er groepshokken gemaakt, die evengoed kaal en klein zijn. Het is een schande dat zulke jonge, speelse en nieuwsgierige dieren niets meer krijgen dan een kaal hok en hierin de rest van hun korte leven moeten slijten.
Eyes on Animals zal zich samen met EFI en L214 blijven inspannen om een einde te maken aan deze illegale handel over de ruggen van kwetsbare kalveren. We zullen de officiële autoriteiten, Europese Commissie, parlementsleden en belanghebbenden vanuit de industrie opnieuw aanschrijven. Daarnaast benaderen we media, continueren we onze inspecties en zullen we juridische acties ondernemen.