Het grootste deel van de paarden die worden gedood voor het paardenvlees dat wordt verkocht in Nederlandse supermarkten en snackbars heeft een gruwelijke lijdensweg ondergaan. Dit blijkt uit groot internationaal onderzoek van Eyes on Animals samen met Tierschutzbund Zürich (Zwitserland) en Animals’ Angels USA.
Nederland importeert jaarlijks vlees van bijna 60.000 paarden uit de landen Uruguay, Argentinië en Canada en Mexico. Dat vlees verkopen we door, of wordt hier verwerkt in snacks, stoofvlees, paardenbiefstuk en –rookvlees. Supermarkten en snackproducenten schetsen ten onrechte “een rooskleurig beeld” en beweren strikte (EU-)welzijnseisen te hanteren voor de herkomst van hun paardenvlees. “Ons onderzoek onthult een compleet andere, extreem wrede realiteit.”
De manier waarop de paarden in de landen van herkomst worden gehouden, behandeld, vervoerd, soms vetgemest, en uiteindelijk geslacht voldoet niet aan de EU-regelgeving – en al helemaal niet aan de extra welzijneisen die o.a. Jumbo, Coop, Albert Heijn, C1000, DEEN, Sligro, Mora, Ad van Geloven, Beckers, Groenveld Vlees en Visser & Van Walsum beweren te stellen in antwoord op vragen van Eyes on Animals. “Zieke, gewonde en stervende paarden en merries die bevallen worden aan hun lot overgelaten in “vetmesterijen” (Canada) waar ze soms ook nog in extreme hitte of barre kou creperen, paarden worden met geweld en zelfs met gebruik van agressieve honden transportwagens opgejaagd (Argentinië & Uruguay), paarden raken gewond of sterven door het vervoer in ongeschikte trucks waarin ze dagenlang bekneld staan en in het slachthuis worden ze regelmatig gemarteld door ongeschoold personeel en niet in één keer gedood”, aldus Lesley Moffat van Eyes on Animals.
Dit zijn de schokkende – structurele – praktijken waaronder paarden die worden gedood voor de productie van paardenrookvlees, paardenbiefstuk, stoofvlees, frikadellen, kroketten en andere snacks lijden. Dit gezamenlijk veldonderzoek van Eyes on Animals, Tierschutzbund Zürich en Animals’ Angels USA liep vanaf maart 2012 tot januari 2014. Inspectieteams bezochten meermalen zogenaamde ‘verzamelcentra’, paardenmarkten- en veilingen, ‘vetmesterijen’, grensovergangen, slachthuizen en volgden transporten in alle eerdergenoemde exportlanden. “Wij hebben niet één plek gezien waar géén dierenleed was”, aldus Moffat.
Supermarkten en snackfabrikanten liegen
In het laatste stadium van het onderzoek, heeft Eyes on Animals Nederlandse supermarkten en snackfabrikanten aangeschreven om te informeren naar de welzijnsomstandigheden van de paarden die in hun vleesproducten zijn verwerkt. Lesley Moffat: “Veel consumenten geloven onterecht dat paarden een goed leven met hebben gehad vergeleken bij andere dieren waarin ze goede zorg, aandacht en veel beweging hebben gehad. Ze hebben geen idee waar hun vlees vandaan komt en vleesverkopers houden de schone schijn op.” Zo antwoordt Coop: ‘Onze leverancier bezoekt zelf met grote regelmaat de boerderijen waar de paarden leven en van weidegang genieten, om er zeker van te zijn dat de leefomstandigheden van deze dieren goed zijn en bewaakt worden.’ Bovendien stelt een groot deel van de bedrijven volstrekt onjuist dat deze paarden dezelfde bescherming genieten tijdens transport als in de EU.
Wel geldt dat landen die vlees willen exporteren naar de EU, een ‘EU-certificering’ moeten behalen. Dat houdt in dat een dierenarts in het verzendende land d.m.v. een certificaat verklaart dat het slachthuis voldoet aan minimumeisen ten aanzien van diergezondheid, voedselveiligheid, voedselhygiëne en dierenwelzijn. Namens de EU ziet de Food and Veterinary Office (FVO) hierop toe. Lesley Moffat: “Dierenwelzijn is daarbij echter van ondergeschikt belang. Eens in de zoveel jaar houdt de FVO inspecties: altijd van te voren aangekondigd en alleen naar een deel van de slachthuizen. Voor wat betreft huisvesting, verdere behandeling en transport zijn de paarden overgeleverd aan de wetten van het exportland – als die al bestaan.” Indien een slachthuis niet voldoet aan de minimale EU-eisen waarop de FVO controleert, heeft dat niet automatisch tot gevolg dat paardenvlees uit dit slachthuis niet op de EU/Nederlandse markt wordt toegelaten. Zo wordt onder meer Argentijns vlees niet geweerd, terwijl de FVO in haar eigen rapport uit 2012 constateert dat ‘de herhaalde aanbevelingen uit 3 opeenvolgende rapporten niet goed zijn opgepakt.’’
Nederland in top-3 importeurs paardenleed
Uit de databank Eurostat blijkt dat Nederland behoort tot de top-3 importeurs van paardenvlees in de EU. (België 25.820 ton, Frankrijk 16.908, Nederland 6.871 ton). Daarvan komt 2.947 ton uit België (dit Belgisch vlees komt echter grotendeels uit Mexico), 1.305 uit Uruguay, 1.040 uit Canada en 672 ton uit Argentinië. In de datasets van Eurostat komt Mexico niet als herkomstland voor. Echter: Mexico’s eigen statistiekbureau INEGI meldt een export van 3.500 naar Nederland. Ook meldt de Nederlandse importeur Visser & Van Walsum op zijn website het bezit van een eigen slachthuis in Mexico. Daarmee komt het aantal dat wordt gedood voor de Nederlandse import op ruim 61.000 paarden- uitgaand van 170 kilo vlees/paard. Volgens Eurostat exporteert Nederland vervolgens weer 5.980 ton paardenvlees. Voor de eigen Nederlandse consumptie worden dus ruim 26.000 paarden na een lange lijdensweg gedood.
Pleidooi: stop met vlees dat niet voldoet aan EU-eisen
Eyes on Animals, de Zwitserse Tierschutzbund Zürich en Animals’ Angels USA pleiten voor een importverbod van vlees uit landen waar paarden niet worden beschermd volgens de exacte en volledige EU-eisen die hier gelden voor de houderij, transport en slacht. Consumenten hebben het recht om te eisen dat de normen voor dierenwelzijn die gelden in hun land ook van toepassing zijn in de landen waar het paardenvlees wordt geproduceerd.
[su_button url=”https://www.eyesonanimals.com/wp-content/uploads/2014/03/EonA-Rapport-DewredewaarheidachterpaardenvleesinNL.pdf” style=”flat” background=”#aa0000″ size=”5″ wide=”yes” icon=”icon: arrow-circle-right”] [gview file=”https://www.eyesonanimals.com/wp-content/uploads/2014/03/EonA-Rapport-DewredewaarheidachterpaardenvleesinNL.pdf”]”[/su_button]Bij de vetmesterij van Bouvry Exports Calgary (Canada) staan paarden dicht op elkaar – wat vechtpartijen uitlokt. Ze verblijven hier tot wel 6 maanden. Om de paar dagen wordt graan gestort in lange rijen voerbakken. Veel paarden met overgewicht brengen een groot deel van de dag liggend door. Overgewicht brengt bij paarden een groot risico op (pijnlijke) kolieken en hoefbevangenheid met zich mee.
Er is geen bescherming tegen weersinvloeden, terwijl de temperaturen ’s zomers kunnen oplopen tot 30 graden en ’s winters kunnen dalen tot -30 graden. (Medisch) toezicht ontbreekt, terwijl paarden soms al gewond of ziek arriveren vanaf de transportwagens en paarden al ernstig verwaarloosd zijn – bijvoorbeeld te zien aan extreem lange hoeven.
Paarden die lijden worden niet geëuthanaseerd en hun lichamen blijven vaak dagenlang liggen. Er zijn vele stortplaatsen waar de lijken van paarden worden gedumpt.
Sinds 2007 zijn alle paardenslachterijen in de VS gesloten. Amerikaanse paarden worden echter wel geëxporteerd naar Mexico en Canada voor de slacht. In de door de EU “goedgekeurde” slachthuizen die mogen exporteren naar Europa, is 80 % van de paarden afkomstig uit de VS. In 2012 werden meer dan 110.000 paarden vanuit de VS naar Mexico geëxporteerd voor de slacht. Zogenaamde “kill buyers” “verzamelen” paarden in verschillende Staten en leveren aan slachthuizen in Mexico en Canada. Tegen de tijd dat de paarden daar aankomen, hebben ze enkele duizenden kilometers afgelegd in overvolle trailers zonder voedsel of water (ter vergelijking: in de EU moeten paarden om de 8 uur gedrenkt en gevoerd worden. In deze woestijngebieden waar temperaturen oplopen tot ruim 40 graden Celsius komen “hitte-uitputting” en uitdroging vaak voor, en leiden er regelmatig toe dat paarden instorten en op de vloer van de vrachtwagens geraken.