De chauffeurs van het sinds 4 dagen geblokkeerde schapentransport namen een juiste beslissing door enkele stervende schapen door middel van een noodslachting verder lijden te besparen. Er was nog steeds niet bekend of ze toestemming zouden krijgen spoedig te vertrekken, dus stonden de schapen nog steeds vast in de trucks, die langzamerhand erg naar ammoniak begonnen te ruiken. Bij vele schapen liep het snot uit hun neuzen.
We belegden een bespreking met iemand die de leiding heeft over de papieren van de chauffeurs en een ander die werkzaam is op het Ministerie van landbouw om hen te laten weten dat wij ons ernstige zorgen maken over het welzijn van de dieren die deze grens passeren. Wij drongen er op aan, dat wanneer men doorgaat met deze manier van dierenhandel, er een dringende noodzaak is om een stal te bouwen om dieren die bij de grens moeten wachten, uit te kunnen laden en te kunnen verzorgen in plaats van ze dagen tot weken lang in een veewagen te laten zitten.
De heren toonden interesse en begrepen onze zorgen. Zij vertelden dat ons eerdere werk aan deze grens al geleid had tot een discussie over de noodzaak van een stal. Er is echter steun voor dit plan nodig van hun superieuren in Ankara en ook van de EU omdat zo’n project de nodige kosten met zich meebrengt. Ook is hiervoor steun en interesse nodig van de transporteurs zelf die dieren over deze grens vervoeren. Wanneer er een stal wordt gebouwd, zal deze moeten voldoen aan de EU eisen en ook daadwerkelijk door de transporteurs moeten worden gebruikt.
’s Avonds zagen wij dat de 2 trucks er nog steeds stonden. De schapen zagen er uitgeput en hongerig uit, in het bijzonder de schapen op de eerste laag, waar ze veel dichter op elkaar gepakt stonden dan de andere 2 verdiepingen. Voor we zelf naar bed gingen zijn wij een aantal balen hooi gaan kopen om ze te eten te geven.