Dinsdagavond begon positief. Een geitentransport werd geladen en we mochten van de transporteur en chauffeur alles bekijken. We hadden een oprecht interessant en constructief gesprek. Daarna arriveerden we via een transport bij een varkensbedrijf. We mochten van de varkenshouder het laden helaas niet van dichtbij bekijken, maar van een afstandje zagen we dat het netjes gebeurde. De varkens kregen de tijd en waren rustig.
Omsingeld en bedreigd
Het laatste transport bracht ons bij een varkensbedrijf in Rhenen. Het was inmiddels bijna 21.00 ’s avonds. Twee mannen leken op ons te hebben gewacht. We stelden ons voor, vroegen netjes of we het laden van de varkens mochten bekijken en waarom. Dit wilden ze niet hebben en ze maakten een foto van ons kenteken (wat we al vreemd vonden). Aangezien we ons werk alleen doen als we daar van de desbetreffende chauffeur/veehouder toestemming krijgen, besloten we om huiswaarts te gaan. Op het moment dat we 200 meter verderop onze navigatie instelden, kwam er een jeep aangereden. Voordat we er erg in hadden werd onze autodeur plotseling opengetrokken. Een man schreeuwde in ons gezicht dat we moesten oprotten.
We probeerden rustig een gesprek aan te gaan, maar hij was woest en sloeg onze deur meerdere keren hard open en dicht. Ondertussen arriveerden er meer mannen en ze stonden met hun jeeps en een pick-up truck om ons heen geparkeerd. Een van ons stapte de auto uit in een poging de boel te sussen, maar zij werd door een andere man hard geduwd. Het was duidelijk dat hij het hier niet bij wilde laten, dus ze stapte gauw de auto weer in.
We werden agressief behandeld en bedreigd. De mannen deden alsof we terroristen waren. Er was totaal geen gesprek mogelijk of enige uitleg in wie wij zijn en wat wij doen. We begrijpen dat boeren momenteel onder veel spanning staan en we begrijpen óók best wel dat het boosheid oproept als wij onverwachts aan komen rijden. Maar deze reactie was volstrekt buiten proportie. Onder geen beding trek je iemands auto open, schreeuw je bij mensen in het gezicht en duw je een vrouw omver. Ook dreigde een van de mannen onze autodeur eraf te trekken. Er stonden later bijna 15 mannen om ons heen. We deden gewoon ons werk. We hadden onszelf voorgesteld bij aankomst, om toestemming gevraagd, zijn het privéterrein niet op geweest en zijn kort daarna weer weggereden.
Politieoptreden
Omsingeld door jeeps en boze mannen, hebben we de politie gebeld. Ze arriveerden 10 minuten later, maar hún reactie was misschien wel nog schrikbarender. Ze vroegen niet hoe het met ons ging. Ze vroegen ons vooral wat we daar deden, welke bevoegdheden wij hadden en adviseerden ons om weg te gaan. We maakten de agenten duidelijk dat we niks verkeerds of illegaals deden en dat de agressie van deze boeren onacceptabel was. De agenten lieten daarop weten dat het intimideren “niet goed te praten viel” maar zij de boosheid van deze mannen wel begrepen. Verder vonden ze het nodig om ons te vertellen dat “varkens tegenwoordig heel comfortabel vervoerd werden en er speciale overheidsdiensten zijn die dit controleren”. Uiteindelijk hoefden we niet te vertrekken (we deden immers niks illegaals), maar we moesten wel op de openbare weg blijven. Iets wat we al die tijd dus al deden.
Voor zover wij weten is er tegen de mannen geen proces verbaal aangemaakt. Wel moesten zij van de politie hun excuses aan ons aanbieden, wat ze via de agenten lieten doen.
Eyes on Animals is een gerespecteerde en nette organisatie. We hebben met verschillende grote slachterijen, transportbedrijven en veehouders structurele verbeteringen gerealiseerd op het gebied van dierenwelzijn en worden regelmatig gevraagd voor advies en trainingen, óók door overheidsinstanties.
Wij accepteren niet dat we worden weggezet als dierenextremisten, want zowel het ministerie, journalisten binnen de vakliteratuur, als talloze bedrijven weten dat wij dat niet zijn. Het gegeven dat een aantal extremisten uit de veehouderij zich zo gedraagt, en via social media andere boeren bang maken, opjutten en verdere polarisering aanjagen, draagt wat ons betreft niet bij aan het maatschappelijk draagvlak die de sector nu juist zo hard nodig heeft.