Vandaag brachten we een bezoek aan eendenslachterij Tomassen Duck-To in Ermelo. Tomassen had een aantal verbeteringen doorgevoerd en wilde deze graag aan ons laten zien. In de wachtstal waren aan het plafond en langs de muren ventilatoren met verneveling geplaatst. Tomassen liet weten dat het hierdoor in de zomerperiode een stuk koeler is in de wachtstal. De ventilatoren werden geplaatst nadat de NVWA herhaaldelijk hittestress waarnam bij eenden en EonA per e-mail verschillende adviezen aandroeg. Het ventilatiesysteem ziet er goed uit, maar we komen in de zomer graag terug om goed te kunnen beoordelen of het afdoende is.
Daarnaast is het elektrische waterbad iets aangepast. De eenden gaan nu dieper het water in, waardoor de kans op pijnlijke stroomschokken iets kleiner is. Het blijft desalniettemin een risico dat eenden pijnlijke stroomschokken krijgen voordat ze hun bewustzijn verliezen; veel eenden tillen namelijk hun kop op waardoor ze eerst met de borst of hals het elektrische water raken en daarna pas met de kop. Dit is een probleem bij veel eendenslachterijen. Maar alleen als de kop eerst het waterbad raakt, is bewusteloosheid direct. Hoewel dit probleem nu iets minder groot lijkt dan tijdens ons vorige bezoek (we zagen minder stress gerelateerd gedrag, zoals slaan met de vleugels), blijven verdere maatregelen noodzakelijk omdat een aanzienlijk deel van de eenden nog steeds eerst met de nek het waterbad raakt. Ook hadden we zorgen over het automatisch aansnijden van de eenden na de verdoving: veel eenden werden hierbij gemist. Dit vorm een risico, zeker als degene die de eenden handmatig “nasnijdt” niet heel oplettend is. Eenden die niet (goed) worden aangesneden, kunnen dan bijkomen uit de verdoving en levend het slachtproces ingaan.
We hebben vandaag geadviseerd de plotselinge geluiden, die gemaakt worden bij het uit de containers schuiven van de lades met eenden, te verminderen. Dit proces veroorzaakte namelijk harde en plotselinge geluiden; wat stress veroorzaakt bij de eenden. Tomassen heeft laten weten rubbers te gaan plaatsen om dit te realiseren. Verder hebben ze op ons advies de lagers van één van de ventilatoren vervangen waardoor deze minder geluid maakt. Eerder werd er al een elektrische heftruck aangeschaft zodat er bij het verplaatsen van de eenden-containers minder geluid wordt gemaakt.
Onze zorg over het levend aan de poten hangen van de eenden, blijft overeind. We hebben geadviseerd om de eenden bij het aanhangen in ieder geval te ondersteunen zodat ze niet met hun volle gewicht aan hun kwetsbare poten hangen. Ook hebben we geadviseerd een soort rolluik te plaatsen boven de lades waar de eenden uit worden gehaald; zodat de eenden er niet zo makkelijk uit kunnen springen en zich veiliger voelen. Hierdoor kan ook de metalen plaat (die er zit om ontsnappingen te voorkomen) worden weggehaald, waardoor eenden hier niet meer ondersteboven overheen gesleept hoeven te worden. Ook zal dit het werk van de medewerkers die de eenden moeten ophangen vergemakkelijken. Verder hebben we de aanbeveling gedaan om een klein penschiettoestel aan te schaffen zodat individuele eenden die niet goed verdoofd blijken, snel uit hun lijden kunnen worden verlost. Dit is een stuk humaner dan nekdisclocatie zonder verdoving dat nu wordt toegepast.
Verder zouden we graag een gezamenlijk traject starten met Tomassen en hun vangploeg Van de Pol om verbeteringen te realiseren bij het vangen en laden van eenden. Eenden worden nu vaak in grote aantallen opgedreven, aan de nek opgetild en in de container gegooid; ons inziens kan en moet dit beter. Tomassen heeft laten weten dat een verbetertraject nog niet kan worden ingezet in zolang er vogelgriep heerst.
Tot slot hadden we zorgen over het aansnijden van de eenden; dit gebeurde met een automatisch roterend mes. Een aanzienlijk deel van de eenden werd echter gemist of half aangesneden. Dit werd wel gecorrigeerd door een medewerker; maar bij zulk repetitief werk (en grote aantallen eenden die nagesneden moeten worden) is de kans aanwezig dat er eenden over het hoofd worden gezien. Tomassen liet weten dat ze op de dag van ons bezoek te maken hadden met een technisch mankement en deze inmiddels verholpen is. Uit openbaar gemaakte documenten van de NVWA (WOO) blijkt echter dat er al eerder problemen zijn waargenomen bij het aansnijden van eenden en de controle hierop. We vinden daarom dat Tomassen deze zorgen serieuzer moet nemen. Uit de documenten bleek ook dat de NVWA soms eenden aantreft die bekneld zitten tussen de lades of op de rug liggen. Ook dit benadrukt het belang van een verbetertraject bij het vangen en laden. Verder constateerde de NVWA, net als wij, dat eenden soms pijnlijke elektrische schokken krijgen bij de ingang van het waterbad.
We waarderen het dat Tomassen (ondanks de negatieve media-aandacht rondom hun bedrijf) ons heeft uitgenodigd, een aantal verbeteringen heeft doorgevoerd en toestond dat we een aantal foto’s maakten. We hopen echter wel dat hun intenties oprecht zijn; dat ze onze hulp vragen omdat ze dierenwelzijn echt willen verbeteren en niet om hun imago op te poetsen. Hun inzet in de komende maanden (naar aanleiding van onze zorgen en die van de NVWA) zal dit hopelijk uitwijzen. We willen Tomassen graag het voordeel van de twijfel geven, maar blijven zeer kritisch.